een liefde


‘hier’ zegt hij ‘dit zijn mijn onvergoten tranen’
en wijst haar een fles op een plank
aan de muur in zijn kamer

zij ziet hem als een glazen standbeeld
voor zich staan en vreest
de krassen
die ze in zijn huid zal achterlaten

‘scherven kun je niet bewaren’

ze fluistert in haar slaap; hij luistert
naar het duister en vertrouwt het
zijn geheimen toe

‘mijn verdriet is ouder dan mijn jaren’

zij weigert het kristal dat hij haar biedt
omdat je in gebroken licht alleen de breuken ziet

‘je bent nog jong en onervaren’

de spiegel liegt
het is een echo van een oud gezicht

‘we kunnen niet voor eeuwig
in elkanders ogen blijven staren’

ze pakt zijn hand
(onder tijd en druk ontstaat een diamant)

‘ik ga je nu verlaten’

hij wijst haar op de fles en zegt
‘je schenkt me nog meer tranen
om te sparen’



met het dichtslaan van de deur barst ook het glas
doorbreekt de hals
en overstroomt de kamer