hij draagt zijn armoe als een verenkleed
zo decadent, hij weet
het is lelijk het is grauw
als een rat die in het nauw
gedreven nog probeert te overleven
het is een onbevredigbare vrouw
***
he wears his poverty like fancy clothes
such decadence, he knows
it’s ugly it is dreary
like a rat who necessary
must survive to stay alive
it is a wife unsatisfactionary