slaapliedje voor morgen

wat het oog schildert maakt de borst nat
een uitgevreten vinger wijst mij twaalf koppen aan
bloed op de wijzerplaat

de een vervangt de ander vervangt de een
de een vervaagt de ander de een

koppensnellers in mijn dromen tussen de tellen door
tussen de tikken door tussen de uren het plakt van geronnen gedachten
het wil een rivier zijn en stromen

ook in mijn hoofd schuift het van beelden uiteen
jaarringen als een goochelaarstruc schuift het ineen
barmhartig

als het stolt mag je slapen als het dichtvriest je hart mag je slapen als je donker en stil bent en klein in een hoekje…