er is hier, nu de kamer leeg is,
niet veel over van jouw leven,
de muren, ja, ze spreken,
vertellen een vergeeld verhaal
besmet met witte vlekken
(waar eens een foto hing, een
schilderij, een brief van
jou aan mij)
de poes herkent me niet
ze jaagt op vogeltjes
ik jaag haar weg
ze luistert niet
gas&licht zijn afgesloten
het water uit de kraan is bitterkoud
ik was mijn handen
gooi een plens naar de kat
het beest rent blazend weg
de tuin is leeg
—eindelijk—
zo is het bijna volmaakt, alleen
de regen ontbreekt