wijlen de heer geestenbewaarder
een grote hand tilt hem op
in zijn slaap
een grote hand schrikt hem op
uit zijn slaap
men slaapt niet dit is een wake
men waakt niet men is ontslapen
in een gevangenis wordt men begraven
kerker van woorden kerken van vlees
ouden van dagen
een ijskoude gil
in de nacht breekt door de kamer
hier is het aambeeld
hier is de hamer
daartussen rust de heer
de heer hij rust daartussen