zij moet voor de vogel van haar broer zorgen
voor de vis van haar broer voor het beest
van haar broer het zit in een kooi
maar de poortjes van de ondergrondse
gaan niet voor mij open; ook ík heb haar nodig
zij heeft een elektronische sleutel, zij tovert
het rode licht groen, zij verschaft mij een doorgang
maar op het perron aangekomen verdwijnt het perron
de toegang is hermetisch met stalen deuren gesloten
ik kijk haar verbaasd in haar verschrikte ogen
en vraag: waar is het spoor waar is het gebleven?
ondertussen mijn vader is ergens anders en haar broer?
wel, hij verandert: vogels vissen beesten in kooien
zingen, zingen zingen zingen, happen naar adem
duik naar de grond, val door de bodem, kruip over
rails als een slang als een slang en vang dan het licht van de ogen
verbaasd en verschrikt, stroom ervan over