de slang in mijn rug is kreupel geslagen
het onderbeen met name
zijn kaakgewricht volstaat niet meer
geen ei slik ik in
geen ei broed ik uit
het warme zand is verloren gegaan
nergens is het nog veilig
de vogel hebben vleugels
zij kunnen vliegen
de beesten hebben poten
zij kunnen rennen
maar ik ik ben kreupel
de slang in mijn rug is geworgd
door de handen die hem groot hebben gebracht