catharsis

er heeft zich in mijn keel een treurspel vastgeklonken
dat vertelde hij zijn vrouw zij zong hem toen een lied
wat sprak een dal en een vallei een berg en daar
een meer zo glad geen rimpel had het eeuwenoude water
aangetast geen druppel ooit bewogen

de man schonk toen een schrikbeeld in haar oren
vol stemmen goedertierendheid waanzinnig
huilen hulpeloze wolven werd zij eb
en vloed beide tegelijk zij werd van golven door haar eigen lied
verzwolgen hij wreef met zijn mond haar wangen droog

zo hebben zich zij met elkaar verzongen zo zongen
er twee stemmen laag en hoog