ik steek mijn hand naar je uit dochter
wezen van zee kom leg je vingers
als een zeester een anemoon in de mijne
meewiegend als zeewier op de golfslag
je haren drijvend zwevend als wolken
omringd door de zon en je lacht
met je mond vol parels je ogen gesloten
en in de kom van je handen ligt parelmoer
de glans van je moeder besloten te wachten
kom steek je hand uit leg je vingers
als een zeester een anemoon in de mijne
dochter van zee ik geef je weer terug
aan de zee maar zeg haar dat mijn voeten
staan in het zand en dat het schuim
de branding speelt met mijn tenen
wriemelend gravend in het zand
en dat ik op haar wacht zeg haar dat
dochter wezen van zee hier is je hand
leg je vingers als een zeester een anemoon
in de hare en zeg haar dat ik op haar wacht