Ik leef onder de zon
ongebreideld zijn ideeën mijn wereld
ik heb ogen in mijn rug
een ondeelbaar ‘gestalt’ vult
de delen van mijn lichaam, boze botten
trillen in mijn vlees.
Ik ben de bekekene die vooruit ziet
achteloos streef ik nimmer naar
erkenning die niet uit zal blijven
mijn gedachten beklijven bij
de gratie van zeven lichtgradaties,
ik leef als vorser, ik sterf als geboorte.