de stoet

hoor! daar is de stoet die juicht
zij zingen in de oude taal
en zie de bomen zij verstaan
en zwaaien met hun takken
de dieren zij verstaan
en zwaaien met hun staarten
de vogels zij verstaan
en fluiten met ze mee

de straat is nu een feest
de huizen kijk ze lachen
en de ramen barsten van plezier
uit sponning en kozijn
de kinderen ze dansen mee
en laven zich uitbundig
aan de vrolijkheid
het is een groots geraas!

en van de mensen is er 1
die sluit zich bij hen aan
die pakt zijn voeten op
en sluit ze achteraan
hij zwaait nog eenmaal
naar de mensen aan de kant
en richt zijn blik dan op de horzion
zijn fiedel in de hand
en valt in met een warme bariton
en zingt en speelt en danst