moorddornaar

zij scheldt haar oog kwijlt
druipende septische ogen zij kijkt
een maan in het hoofd haar mond
hoeken haar mond druipen de eenzame beker leeg
tandvlees zonder tanden gillend
een mes in de nacht
likken laten aan het aanzetstaal
de slager likt de vonken aan zijn mes af
veegt zijn handen af en wast ze roodroodrood

in een hoek van de stad ligt het vuilnis opgehoopt
hij heeft haar hoofdhuid afgestroopt en zacht
haar haren kleven aan zijn handen als een natte vacht
missie volbracht: maagd gedoopt