de sneeuw brandt gaten in mijn ogen
zwarte vlekken vlokken samen
ik heb koorts koorts koorts
op mijn wangen lig je duivel
in mijn longen huil je
daemoon
maar mijn adem is nog niet bevroren
en mijn stem bezweert mijn bloed
ik ben een kloppend hart in al mijn spieren
ik ben het vierde paard de zevende trompet
ik schreeuw sneeuwblind mijn laatste naam
tot ik volledig ben bedolven
en naakt de nacht in ga