Halfwezen

Tot een halfwezen, als een schaduw, maar
wel een schaduw beverig bij zwak zonlicht
dan, tot zo een schim verworden; ontwricht.
Ontworteld zijn en toch nog levensvatbaar

bij het dagelijks ontwaken, hoewel het waken
en het slapen nog van elkander nauwelijks zijn
te onderscheiden, zoals met een onzichtb’re lijn
een grauwe zee en grijze lucht elkander raken.

Hoewel schijnbaar droom en waarheid eender zijn
verwijlt er ergens in het vlees nog den verdwaalde
geest, den onvergankelijken vlam die niemand

dan zichzelve vreest, en dezen geest is wel in pijn
ontstoken maar in pijn nimmer uit- of opgebrand
daar de zwarte rook, ook, de zware mist bepaalde.