Een druipsteengrot; een verzonken meer.
Eén druppel van duisterblauw
zwanger
van zangerig blauwduister
resonerend de ruimte
die zij zelf vervuilde en creëerde
besmet met
de kracht van een daad in de taal
zoals de kringen om een steen in het water
heengingen, nu zijn heengegaan, maar dan geen steen
van steen maar van water dat nam de vorm van
een druppel aan. Één
die het meer volledig verzonken laat zingen.
En iemand die luistert