je naakte schaduw op de wand
zij danst zoals de vlammen dansen
in de haard die voor ons brandt
je legt je vinger op mijn wang
je legt je vinger op mijn lippen
en fluistert zacht: ik ben zo bang
de nacht veegt straks mijn schaduw van
de muur, als ik ben ingeslapen,
waar blijf ik dan? waar blijf ik dan?
ik zeg: ik waak als honderd man
ik trek ten strijde en bewapen
mezelf met zwaarden en met lansen
zodat jij niet weg kan glippen