winter

haar adem deed een bloem bevriezen
het sap verstilde tot een strak azuur
mijn warme hand die er een blad afbrak
brak af

brak af en bloedde donkerrode bloemen
op de witte witte sneeuw

haar mantel
die zij om haar koude schouders sloeg
als sloeg zij een paar vleugels uit
verhulde de bevroren traan die langs
haar wang ging niet
zij viel voor ik haar vangen kon
in scherven op de vloer uiteen

***

a flower froze underneath her breath
its juices stilled into a straight azure
my warm hand broke off a leaf
broke off

broke off and bled dark red flowers
on the white white snow

her robe
which she spread around her shoulders
as if she spread a pair of wings
hid not the frozen tear which ran
across her cheek
she fell before I could catch her
in shattered shards upon the floor