de stilte is als een ruit tussen mij
en haar gaan staan, ik adem
en het glas beslaat, ik schrijf
haar naam geluidloos op het raam,
zij antwoordt niet

de tijd met trage vingers wist de tekens
voor ons uit, wij kunnen niet vergeten
wat er is gebeurd, wij kunnen niet
vergeten zijn

zij hoort of ziet mij niet
of doet
alsof
ik wrijf met mijn hand langs het glas
en lik het water van mijn palm af

wapenstilstand
wij zwijgen
de loopgraven vullen zich met modder en regen
de soldaten slapen en hebben koudvuur
opgelopen
het alomtegenwoordige kanongebulder
is opgehouden en opeens
barstte toen de stilte los
men kijkt geschrokken omhoog
en naar elkander
en vraagt wat er gaande is
maar het oor is het praten ontwend
wij verstaan niet meer wat men zegt
de bevelen en commandos
hebben geen effect
wij zwijgen en proberen te vergeten
dat er ooit iets te vergeten was
dan
zonder waarschuwing
barst plots
het glas