keer dan de kan binnenstebuiten
hij ronselt reuzel onze speknek
daar is een man drie maanden lang
en de baarden eten van zijn neus
de draaikanten vierhoek het behang
op. ons in bloemen werpt een dame
zij vertafelt aan het water zo een jurk
geeft haar woorden en we zeggen dat
we zingen en we zingen wat we zeggen
ons godvergeten leven lang
ons godgegeven levenslang