Ik ben na twaalf maanden teruggekomen.
Dezelfde open plek, hetzelfde uur
Als vorig jaar, dezelfde kersenbomen
In volle bloei, alsof een heilig vuur

Hun kruinen heeft ontvlamd, voor korte duur,
Maar lang genoeg om er bij weg te dromen.
Dezelfde volle maan die schijnt, die puur
Om een wetmatigheid is opgekomen

En onverschillig bij het tafereel
Zijn licht verspreidt. En alles wat er is
Heeft geen benul van de gelijkenis

Met vorig jaar, behalve ik. Teveel
Bleef hier bestaan, alleen de bloesem biedt
Een nieuw gezicht. En jij, jij bent er niet.