tussen mijn cellen zingt de leegte
zoals de wind zingt tussen de bladeren der bomen
de veren ener vogel de huizen in de straat
het gesteente

het rinkelt als beenderen doen
gesneden tot een instrument waar de wind doorheen zingt
niet haar vorm maar de leegte ertussen
maakt dat ze zingt

de leegte

de leegte tussen de tralies de kerker
de leegte tussen de sterren de hemel
de leegte tussen de woorden de stilte

tienduizend schepselen daaronder en ik
het onbewerkt houtblok
vorm mijzelf
zoals een vaas wordt gevormd
rond een leegte