IV.

Maar na die schrik werd zij pas echt bevreesd,
Hier was geweld gepleegd, en het bewijs
Lag voor haar voeten in het gras, bebloed,
Mismaakt, verfrommeld tot een stukje vlees,
Met verderop een stukgescheurd gewaad,
Dit alles vormde in haar kindergeest
Zich tot een gruwelijke daad, een beeld
Waartegen zij gewaarschuwd was, verkracht
Of zelfs gemoord was hier, zo werd voor haar
Het oor van Malchus het symbool van dood
En aangetaste eer.