de dagen vullen zich
als een glas met vloeibaar licht
‘dag dames’ zeg ik tegen de zomerjurkjes
op het terras
ik zou willen dat ik dat was
twee vrouwenbillen
dansend onder de stof
(ze zijn niet naakt maar doen alsof)
dan konden we samen spelen
we worden dommer maar blijer
een ei als een stuiterbal over de tafel
blij blij blij ‘dag mevrouw, dag meneer’
er is koffie en zon en er zijn mensen en stoelen
enkelvoud meervoud eenvoud
men kan soms zo smakelijk lachen
of gelukzalig
men mag zo graag grijnzen en vrolijkheid maken
de draad kwijtraken, dansend
onder de stof
we zijn niet naakt
maar doen alsof