hij draagt een baard als een cactus
en zijn ogen woest als woestijnen
branden twee gortdroge gaten 
in zijn gezicht. zijn mond 
als een verschrompelde naaktslak
kruipt weg als hij praat en sterft 
voortdurend—al werd het beestje 
sissend met zout overstrooid
over zijn neus, die verlaten
en vergane mijnschacht, 
zwijg ik maar liever
***
he wears a beard like a cactus
and his eyes desperate like deserts
burn two bone dry holes
in his face. his mouth
like a wrinkled snail crawls 
away when he speaks and dies
continuously—as if the critter
was getting seasoned with salt
about his nose, that empty
and rotten mine shaft,
I’d rather keep silent