de L is van Lente
met mijn handen streel ik de lucht naar mij toe en ruik ruik ruik zoals boven een glas wijn mijn neus drinkt het voorjaar mijn vingers tongstrelende wilgentenen kietelen de lucht als meiregen het water lente! ontwaken! en dan blaas blaas ik uit warme adem van groene aarde goedige grond snuif snuif ik op weer de regen de lenteregen de lucht groene lucht en het water water vol van zilveren wilgentenen het regent in het voorjaar de zon schijnt het is later groen groen het breekt door de naaktheid der bomen der takken het stroomt over van knoppen en bloesem bloesem waait in het rond stuift op op de grond als een goede fles wijn slecht uitgeschonken de droesem het stuift op en het bolt op de wind de wind dat mensenkind het bolt op onder jurkjes en rokjes de meisjes het voorjaar zij lachen zo vrolijk zo vrolijk lachende meisjes vrolijke meisjes het is voorjaar zij glinsteren met hun ogen die als de zon zijn op het water een handvol diamanten uitgestrooid o het glinstert het glinstert zo mooi als ze lachen en ze lachen en zich vrolijk maken en mijn ogen worden handen worden vingers die hen drinken voorzichtig ik wil ze niet laten schrikken ik wil ze vertellen van dat ze mooi zijn en lachen ik wil met ze lachen en vrolijk zijn vrolijk zijn als het voorjaar het voorjaar kom kom laten we spelen dat we naakt waren en koud en het was winter en goed dan kwam wel de sneeuw ons bedekken dan kwam wel de vorst ons beschermen maar naakt waren we en koud en we rilden o weet je nog hoe hevig we rilden en we schudden de sneeuw van ons af en we namen de koning zijn kroon en zijn staf af want daar hoorden wij trompetten trompettren in de verte en goud schalde het lied door de kroon van de koning en hij knielde en zei ons gedag gaf ons bergen geschenken voor jou de zilveromlijnde de smaragd ik droeg een robijnrode snavel het was tijd om te kraaien! daar kwam de zon op en blies jou een nachtjapon toe en toen werd het later het rimpelloze water de maan die uit het decolleté van de wolken kwam gluren nieuwsgierig en ik die nog steeds niets meer aan had maar warm was en vuur was en aarde en jij in de lucht en het water met zijn vieren het voorjaar wij vieren het voorjaar tezamen